De bestemming van mijn eerste verre reis was Thailand, een koninkrijk in het geografische hart van Zuidoost-Azië. In dit artikel heb ik belangrijke informatie over dit schitterende land voor u op een rijtje gezet, zoals de ligging, het klimaat, de geschiedenis maar ook praktische zaken zoals geldzaken, grensdocumenten en beste reistijd.
Inhoudsopgave
De ligging van Thailand
In het uiterste noorden grenst Thailand, bij de Gouden Driehoek, aan Laos en Myanmar (Birma). De grens met Myanmar loopt naar het westen zuidwaarts tot aan het Maleisische schiereiland. Een deel van deze grens is de Thaise grens. In het oosten grenst Thailand aan via de de Mekong Rivier aan Laos. De Mekong Rivier loopt door tot de rivier Cambodja bereikt. In het zuiden grenst Thailand aan de Golf van Thailand.
Thailand is ongeveer zo groot als Frankrijk.
De vroegere naam, tot 1949, was Siam. De Thaise naam van Thailand is Prathet Thai: Prathet betekent land en Thai betekent vrij. Thailand betekent dus letterlijk vrij land.
De bevolking van Thailand telt ruim 65 miljoen inwoners. Meer dan één derde van alle Thai leeft in stedelijke gebieden, zoals Bangkok met 8 miljoen inwoners.
De geschiedenis van Thailand
Thailand betekent 'land van de vrijen'. Thailand is in zijn 800-jarige geschiedenis het enige land in Zuidoost-Azië dat nooit gekolonialiseerd is.
De geschiedenis van Thailand kent vijf belangrijke periodes:
Nanchao periode (650-1250)
Sukhothai Periode (1238-1378)
Ayutthaya Periode (1350-1767)
Thon Buri Periode (1767-1772)
Rattanakosin Periode (1782 - heden)
De oudste geschiedenis van Thailand
De Mekong-Delta en het Khorat-plateau in Noordoost-Thailand en delen van Cambodja en Laos waren zeer waarschijnlijk meer dan 10.000 jaar geleden al bewoond. Over de oudste geschiedenis van Thailand is verder weinig bekend. Bij Mae Hong Song en bij Kanchanaburi zijn landbouwwerktuigen van rond het jaar 3.500 voor Christus aangetroffen. Ook is er aardewerk gevonden dat ongeveer 5.000 jaar oud is. Het is onbekend van welk volk het aardewerk afkomstig is. Het gevonden grondplan van een dorp dat meer dan 5000 jaar oud zou moeten zijn, zou één van de oudste beschavingen ter wereld zijn geweest.
De oudste bekende bewoners van het huidige Thaise grondgebied zijn de Mon. Er wordt aangenomen dat dit volk vele eeuwen voor Christus uit Centraal-Azië via de grote rivieren afzakte naar het zuiden van Myanmar (vroeger Birma) en daarna Thailand binnentrokken. De Mon waren sterk beïnvloed door Indiase culturen. Bekend is dat de Mon van de 5e tot de 7e eeuw koninkrijkjes hadden die Dvavarati genoemd werden. De hoofdstad was toen Nakom Pathom. Deze stad lag niet ver van de huidige hoofdstad van Thailand, Bangkok. De Mon vermengden zich met de Thai, die in de 13e eeuw in het noorden van Thailand verschenen. De Khmer uit Cambodja heersten bijna vier eeuwen over Thailand, met als bekendste koning Jayavarman II (790-850). In 1001 kwam Suryavarman uit Maleisië aan de macht, en in deze tijd werden er veel prachtige gebouwen gebouwd. Een vermeend Thai-koninkrijk uit 568 viel enkele eeuwen later al in handen van de Khmer. Na de dood van koning Chieng Saen (ook wel Prohm genaamd) in 1177, werd het gebied ingenomen door de Khmer, die toen echter al niet meer zoveel macht hadden in dit gebied.
De 13e eeuw
De Thai kwamen in de 13e eeuw, maar misschien al veel eerder, vanuit de huidige Chinese provincie Yunnan Thailand binnen. Ze hadden in Yunnan het koninkrijk Nanchao gesticht, maar werden verdreven door de Chinezen, trokken weer zuidwaarts en vestigden zich opnieuw in Thailand. De Thai splitsten zich in drie groepen, en één van deze groepen trok naar de vallei van de Maenam Chao Praya.
Een andere versie van het verhaal is dat de Thai op de vlucht waren geslagen door de expansiedrift van de Mongoolse keizer Kublai Khan. Twee Thai-prinsen maakten zich in 1238 los van de Khmer-overheersing door het garnizoen van Sukhothai te overvallen. Khun Bang Tao werd tot koning uitgeroepen en kreeg de naam Sri Intratit. Khun Bang Tao werd opgevolgd door zijn tweede zoon, die zijn broer Ramkamhaeng aanstelde als plaatsvervangend koning over Jalieng.
Ramkamhaeng was een groot strateeg en hij veroverde al snel grote delen van Birma (nu Myanmar), Laos en het zuiden van Thailand tot in Maleisië. Hij was naast een goede militair ook bestuurlijk zeer vooruitstrevend. Zo voerde hij een administratie in en gaf het land een eigen taal. Ook zorgde hij ervoor dat het Theravada-boeddhisme uit Ceylon geïntroduceerd werd. Vanaf 1279 regeerde in China Kublai Khan, en hij was van plan Birma te veroveren. Hij wilde ook Ramkamhaeng niet voor het hoofd stoten gezien zijn goede reputatie als krijgsheer. Hij wilde zelfs een verbond sluiten, maar die missie mislukte door domme pech. Daarop startte Ramhamkaeng een diplomatiek offensief richting China wat ertoe leidde dat de relatie met China zeer hecht werd. En dat was weer goed voor de Thai in hun strijd tegen de Khmer. In dezelfde tijd, eind 13e eeuw, stichtte koning Mengrai in het noorden het koninkrijk Lanna, dat precies grensde aan het gebied van Ramhamkaeng. De twee koningen lieten elkaar echter met rust. Mengrai leverde vele succesvolle veldslagen en wist daardoor zijn rijk uit te breiden en oorlogvoerende vorstendommen te verenigen. In 1281 overwon hij de Mon te Hariphunchai en in 1292 verplaatste hij de hoofdstad naar Chiang Mai.
De 14e en 15e eeuw
Na de dood van Ramhamkaeng in 1300 raakte het Sukhothai-rijk in verval. Koning Ramatibodi (eigenlijke naam was U Thong) maakte in de eerste helft van de 14e eeuw Ayutthaya tot hoofdstad en benoemde zijn zoon tot gouverneur van het Lopburi-rijk, dat grensde aan het koninkrijk Sukhothai. Ramatibodi regeerde van 1350 tot 1369 en was een totaal andere heerser dan Ramhamkaeng, die voor de ‘gewone’ man zeer toegankelijk was. Ramatibodi was juist onbenaderbaar en voerde onder krijgsgevangenen de slavernij in, die tot in de 20e eeuw zou voortduren.
De eerste tweehonderd jaar van het koninkrijk Ayutthaya waren erg belangrijk. In deze periode werd er een samenleving gemaakt die ‘gebukt’ ging onder vrij strakke regels en gewoontes. De Thai vielen ook voortdurend de Khmer aan en in 1393 trokken ze Cambodja binnen onder leiding van koning Ramesuan. Het Cambodjaanse leger werd verslagen en er werd voor eens en altijd met de Khmer afgerekend.
Aan de andere kant van het Ayutthaya-rijk waren er voortdurend problemen met de Birmezen. Sukhothai werd in 1378 veroverd door de Birmaanse koning Boromaraja. Deze koning probeerde ook het koninkrijk Lanna te veroveren, maar dat mislukte.
De 16e en 17 eeuw
In 1511 arriveerden de Portugezen voor de zuidkust van Thailand, bij de havenplaats Pattani. De Portugese onderkoning Albuquerque stuurde in dat jaar vanuit Goa (India) een afgezant naar de hoofdstad van Thailand. In 1608 kregen de Hollanders toestemming om zich te vestigen in Pattani. Zij richtten hier een handelspost in. De Verenigde Oost-Indische Compagnie had op dat moment haar hoofdkantoor op Java in Batavia. Hier vond de overslag van goederen plaats en van daaruit werden ze verder vervoerd naar Ayutthaya en Japan. Een jaar later vertrok de eerste Thaise missie naar Europa, en deed als eerste Holland aan.
In de 16e eeuw vielen de Birmezen opnieuw aan. Ze veroverden het prinsdom Chiang Mai. Hier werd een Thaise prins als bestuurder aangesteld. Ayutthaya werd een Birmaanse provincie en het hele gebied stond vanaf 1569 onder heerschappij van koning Maha Tammarajatiat. Zijn zoon, prins Naresuan, wilde de Thai van de Birmanen bevrijden. Hij wist hiertoe een leger bij elkaar te krijgen en wist de Birmaanse kroonprins te verslaan bij de slag bij Nong Sa Rai, waardoor de macht van Ayutthaya weer hersteld werd. Zijn broer Ekatotsarot werd in 1605 koning en onder zijn bewind mochten de Hollanders zich in Ayutthaya vestigen.
In de eerste helft van de 17e eeuw kwamen er nog meer Europeanen naar Thailand: de Engelsen in 1612, de Denen in 1621 en de Fransen tijdens het bewind van koning Narai (1657-1688). De betrekkingen tussen de Fransen en de Thai waren erg goed te noemen, maar dat veranderde na de dood van Narai in 1688. Het gevaar ontstond voor een volkomen Franse dominantie. Dit werd verhinderd door het nationalistische verzet. Na de dood van Narai besteeg de leider van dit verzet, Phra Petraja, de troon.
De 18e eeuw
Ayutthaya was al weer over haar hoogtepunt heen en de Birmezen bleven het koninkrijk aanvallen. De Birmese koning Mangra veroverde eerst Chiang Mai en rukte daarna op naar Ayutthaya. De stad viel in april 1767 in Birmese handen en werd totaal verwoest. In november 1767 werden de Birmezen uit Ayutthaya verjaagd door generaal Taksin. Hij had eerder de steden Chantaburi en Thonburi met een zelf samengesteld leger veroverd. Taksin vestigde zich in het beter verdedigbare Thonburi. Hier werd hij tot koning gekroond. Het lukte Taksin om alle afvallige prinsdommen te verenigen. In 1776 kwam Chiang Mai zelfs in het bezit van de koning. Taksin bleek echter geen echte leider. Hij verwaarloosde zijn administratieve plichten, werd steeds hardvochtiger en werd geleidelijk aan krankzinnig. In 1782 werd Taksin vermoord.
De nieuwe vorst werd zijn proconsul in Khmer, Phya Chakri. Hij besteeg als Rama I de troon. En tot op de dag van vandaag heerst deze dynastie nog steeds in Thailand (op dit moment is dat Maha Vajiralongkorn Bodindradebayavarangkun / Rama X). In 1782 verplaatste Rama I de hoofdstad naar het eiland Rattanakosin in het huidige Bangkok aan de andere kant van de rivier. Hij beveiligde de stad tegen de nog steeds agressieve Birmezen. Daarna begon hij de grandeur van de Thaise kunst en architectuur te herstellen en ook zijn opvolgers gingen door met de wederopbouw van de Thaise beschaving.
De 19e eeuw
De 19e eeuw zou zeer belangrijk worden voor de ontwikkeling van Thailand. De Europeanen en Amerikanen hadden op dat moment een grote invloed in Azië en de progressieve koningen Mongkut (Rama IV) en Chulalongkorn ( Rama V) beseften dat Thailand mee moest in de vaart der volkeren. Buitenlandse mogendheden mochten handel gaan drijven met Thailand en er werden deskundigen en adviseurs uit Europa en Amerika gehaald om Thailand verder te ontwikkelen.
In deze tijd werd de nadruk gelegd op het onderwijs en de infrastructuur, maar ook de immigratie van Chinezen. De Chinezen overheersten in de handel en ambacht.
De regeringen van Rama I (1782-1809) en Rama II (1809-1824) werden beheerst door de pogingen van Thailand om Khmer en Laos te overheersen. Vooral Vietnam was hierbij Thailands tegenspeler. In 1845 werd Khmer onder gemeenschappelijke Thais-Vietnamese suzereiniteit (de macht die een gebied domineert of die er een protectoraat uitoefent) gesteld.
De 20e eeuw
Mongkut (Rama IV) overleed aan malaria. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Chulalongkorn (Rama V, 1868-1910). Hij de grootste koning van Thailand ooit worden. Hij wordt ook gezien als de grondlegger van de moderne staat Thailand. Zo stuurde hij veel van zijn kinderen naar het westen om daar te gaan studeren. Hijzelf legde vele contacten met buitenlandse machthebbers. Hierdoor is Thailand waarschijnlijk ook nooit overheerst door buitenlandse mogendheden. In de 42 jaar dat Chulalongkorn regeerde werd er veel bereikt, zo werd in 1905 de slavernij officieel afgeschaft en in 1897 werd de eerste spoorlijn geopend, de stad Bangkok werd flink uitgebreid en er werden kanalen en irrigatiewerken aangelegd voor de rijstbouw.Thailand was op dat moment groter dan het nu was; het noordelijke deel van Maleisië en een stuk van Cambodja hoorden toen ook bij Thailand.
De immigratie van Chinezen, die geleidelijk in handel en ambacht gingen overheersen, nam toe.
In 1893, na een Franse vlootdemonstratie, stond Thailand zijn gebied ten oosten van de Mekong af aan Frankrijk. In 1904 kreeg Frankrijk de soevereiniteit over Luang Prabang en in 1907 over de Cambodjaanse provincies Siem Reap en Battambang. In ruil hiervoor stond het in feite de extraterritorialiteit af, iets wat Engeland in 1909 deed, toen het de suzereiniteit over vier staten in Noord-Malakka verwierf.
De moderniseringen werden voortgezet onder Vajiravudh (Rama VI) en Prajadhipok (Rama VII). Tijdens het bestuur van Vajiravudh vond in 1912 de eerste coupepoging door het Thaise leger plaats. Zij wilden de absolute monarchie omver werpen. Daarna zouden militaire coups het 20e eeuwse politieke strijdtoneel kenmerken.
Onder het bewind van Prajadhipok (1925-1935) brak de wereldwijde economische crisis van de jaren dertig uit die ook Thailand trof. Hoge ambtenaren, die vaak in het buitenland gestudeerd hadden, waren zeer ontevreden over de gang van zaken in Thailand en dat leidde tot een staatsgreep in 1932. De staatsgreep, door een groep democratisch ingestelde studenten met behulp van het leger, gebeurde zonder bloedvergieten en op 10 december 1932 tekende de koning de eerste grondwet en kwam er een einde aan de absolute monarchie. De monarchie werd vervangen door een constitutionele monarchie. Het vorstenhuis kreeg vanaf die tijd alleen nog een ceremoniële rol in staatszaken toebedeeld. In 1933 probeerde een groep sympathiserende royalisten via een staatsgreep vergeefs de absolute monarchie te herstellen. Hierna vertrok de koning naar het buitenland en zou daar ook blijven en in 1935 officieel aftreden. Hij had geen opvolger aangewezen, dus moest er grondwettelijk een nieuwe koning benoemd worden. De tienjarige Anada Mahidol, die in Zwitserland woonde, werd benoemd als de nieuwe koning Rama VIII. Ananda keerde pas in 1945 terug naar Thailand. Hij werd een jaar later vermoord. In 1950 werd er een nieuwe koning ingehuldigd: Bhumipol of Rama IX, de kleinzoon van de befaamde koning Chulalongkorn.
Tweede Wereldoorlog
In 1938 was de nationalistische generaal Pibul (Phibun Songkhram) premier van het land geworden. Hij bleef met wat intervallen tot na de Tweede Wereldoorlog aan de macht. Hij was het die in 1939 de naam Siam veranderde in Thailand en de Japanners tijdens de Tweede Wereldoorlog een vrije doortocht gaf.
Op 8 december 1941 bestormden de Japanners Thailand op maar liefst 9 plekken tegelijk, vooral langs de oostkust. Phibun gaf al snel het bevel tot een staakt het vuren.
De Britten stuurden vanuit Maleisië troepen om de Japanners bij Songkhla te stoppen. Deze troepen werden opgehouden door een gevecht met de Thaise grenswacht. De Japanners hadden op deze manier alle tijd om hun positie te verstevigen en zakten het schiereiland af om ook Singapore in te nemen. Japan werd zeer door Phibun bewonderd. Phibun ging in 1942 een alliantie aan met Japan en het was dan ook niet vreemd dat Thailand in 1942 de oorlog verklaarde aan Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. In ruil daarvoor kreeg Thailand van Japan gebieden in Birma en Cambodja terug die het had moeten afstaan aan Frankrijk en Engeland. Phibun probeerde ook het economische leven te 'thaiseren', dat wil zeggen de Chinezen te elimineren.
De Thaise minister in Washington, Seni Pramoj, weigerde een oorlogsverklaring tegen de VS af te geven en begon in samenwerking met de Amerikanen met het organiseren van een verzetsbeweging Seri Thai genaamd. Pridi coördineerde deze beweging onder de neus van de bezettende Japanners, smokkelde Amerikaanse agenten binnen en bracht ze onder in een Europees gevangeniskamp in Bangkok. In 1944 leek een definitieve nederlaag van de Japanners aannemelijk en werd Phibun aan de kant geschoven en opgevolgd door Seni Pramoj.
Na de Tweede Wereldoorlog
Na de Tweede Wereldoorlog waren er een paar staatsgrepen door het leger. In september 1957 schoof het leger onder de regeringsleider ook weer door een staatsgreep opzij. Er kwam een een zesjarenplan en op allerlei terrein werd vooruitgang geboekt. De industrie ontwikkelde zich, buitenlandse investeerders werden aangetrokken en het verplichte onderwijs werd verhoogd van vier naar zeven jaar. Ook werden er universiteiten en hogescholen door het hele land opgericht om de hoofdstad Bangkok te ontlasten. De infrastructuur werd grondig aangepakt met de bouw van stuwdammen, waterkrachtcentrale en de aanleg van wegen.
In de zestiger jaren kreeg ook Thailand te maken met het oplaaien van de vijandelijkheden tussen Noord- en Zuid-Vietnam. Deze vijandelijkheden waren het begin van de Vietnamoorlog. Laos en Cambodja raakten betrokken bij het communistische Noord-Vietnam. Dit omdat de Vietcong gebruik maakte van een route door Zuid-Laos en Noordoost-Cambodja om aan te vallen en voorraden te vervoeren. De Thai begonnen met hulp van de VS geheime militaire operaties uit te voeren in Laos. Noord-Vietnam en China reageerden met het steunen van een opstand tegen de regering in Thailand. In de buitenlandse politiek bleef Thailand de Verenigde Staten steunen als het om Vietnam ging, bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van luchtmachtbases en door deelname van Thaise troepen aan de operaties in Vietnam. De ontwikkelingen in Vietnam en in Laos en Cambodja deden de Thaise regering besluiten lid te worden van de ASEAN. Hoe meer de Thai zich bedreigd voelden door het communisme, hoe meer ze zich tot de Amerikanen wendden. In 1968 bevonden zich ongeveer 45.000 Amerikaanse militairen op Thaise bodem. Thailand werd basis voor bombardementen door de VS op Noord-Vietnam en Laos en voor geheime acties in Laos.
De Amerikaanse aanwezigheid in Thailand had vergaande gevolgen. De economie barstte van de dollars en honderdduizenden Thai vertrouwden voor hun inkomen op de Amerikanen met een groei van corruptie en prostitutie tot gevolg. Daarbij leidde de plotselinge blootstelling aan de westerse cultuur ertoe dat velen gingen twijfelen aan traditionele Thaise waarden. Arme boeren accepteerden hun lot niet langer en begonnen zich in de jaren zestig te verzetten tegen de regering in Bangkok.
In 1968 kondigde Kittikatsjorn een nieuwe grondwet af, in 1969 werd de parlementaire democratie geïntroduceerd maar in november 1971 werd de grondwet alweer afgeschaft. De redenen die werden opgegeven waren het terrorisme in verschillende provincies, studentenacties, acties van boeren en de twijfelachtige loyaliteit van de drie miljoen Chinezen. Gevolg: hevige rellen en vechtpartijen met tientallen doden en honderden gewonden en in brand gestoken overheidsgebouwen.
In de zeventiger jaren kwam er meer vrijheid. De betrekkingen met China en andere buurlanden werden steeds hechter. Na rellen in 1976 werden de betrekkingen met vooral China en Cambodja nog sterker aangehaald, maar ook het buitenlandse beleid naar het westen toe werd steeds belangrijker. De verhouding met Cambodja liep een deuk op door de vele vluchtelingen na de bezetting van Cambodja door Vietnam. Ook in Myanmar (Birma) zorgden binnenlandse problemen ervoor dat vele mensen vluchtten naar Thailand.
In de jaren die volgden en nog steeds, vonden er meerdere staatsgrepen door het leger plaats.
Staatsvorm
Sinds 1932 is Thailand een constitutionele monarchie. Het koningschap speelt een belangrijke rol. De koning is het staatshoofd en de bevelhebber van de Thaise strijdkrachten. Hij bemoeit zich praktisch nooit met de dagelijkse politieke aangelegenheden, maar de regering kan geen besluiten nemen die tegen de koning gekeerd zijn. Maha Vajiralongkorn Bodindradebayavarangkun (Rama X) is de huidige koning van Thailand. Hij is de zoon van koning Rama IX, ofwel Bhumibol. Bhumibol was de langst regerende koning in de geschiedenis van Thailand. Sinds 1950 tot aan zijn overlijden in 2016 zat hij op de Thaise troon. Koning Bhumibol was getrouwd met koningin Sirikit. Zij hebben vier kinderen.
Kritiek op of laatdunkende opmerkingen over de Koninklijke familie worden absoluut niet getolereerd, zeker niet van buitenlandse toeristen. Ook niet op het leven van de huidige koning die veel Thai tegen de borst stuit. De liefde en bewondering voor het koningshuis was overal merkbaar: langs de wegen, voor en in grotere gebouwen, maar ook in (bijna) alle woonhuizen en winkeltjes ziet u portretten van de koning en/of koningin. Iedere ochtend om 8 uur en 's avonds om 18.00 uur wordt in overheidsgebouwen, op radio en tv, op scholen en in bus- en treinstations het volkslied gespeeld. Iedereen staat op of staat stil. De huidige koning verblijft meer in het buitenland dan in Thailand.
De Thaise vlag
De Thaise vlag bestaat uit drie kleuren: rood, wit en blauw. Deze kleuren staan voor de '3 steunpilaren van de samenleving':
- de rode kleur symboliseert het land en zijn bevolking
- de witte kleur symboliseert de reinheid van het Boeddhisme
- de blauwe kleur staat voor de monarchie die de bindende kracht vormt tussen het Boeddhisme en de bevolking
De bevolking
De Thaise bevolking bestaat voor ongeveer 80% uit Thai.
De belangrijkste minderheidsgroep wordt gevormd door de ongeveer zes miljoen Chinezen.
Ongeveer 4% van de bevolking zijn Maleisiërs, zij wonen in het zuiden van Thailand.
In Zuid-Thailand leven nog enkele kleine bevolkingsgroepen, zoals de Ngo’s en de Chao Lae ('mensen van de zee') of Chanam, die ook wel bekend staan als zeezigeuners.
Thailand telde enkele honderdduizenden vluchtelingen uit Cambodja, Vietnam en Laos. Zij waren uit hun land gevlucht als gevolg van oorlogen en onderdrukkende regimes. In 1992 en 1993 keerden de Cambodjaanse vluchtelingen onder begeleiding van de Verenigde Naties naar hun land terug.
Langs de 2.500 km lange grens met Myanmar (vroegere Birma) bevinden zich ruim 100.000 tot de Birmese etnische minderheden Karen, Mon en Karenni behorende vluchtelingen in vluchtelingenkampen.
In de noordelijke provincies woont een scala van etnische minderheden. De meeste zijn bergbewoners die Thailand vanuit het noorden (voornamelijk uit Birma en Laos) zijn binnengetrokken. Een aantal van deze bergbewoners zijn de Akha, de Lisu, de Karen en de Hmong.
Elke bevolkingsgroep heeft een eigen unieke identiteit, cultuur, religie, taal, kunst en klederdracht. Hun overkomst is dat ze allemaal in het hoogland wonen en hun hoofdbestaan is de landbouw.
Alle stammen zijn gastvrij en ontvangen graag toeristen in hun dorpen, niet alleen om ze te laten kennismaken met hun levenswijze, maar vooral om hun karige inkomen aan te vullen.
Lisu/Lissou
De Lisu/Lissou stam bestaat uit ongeveer 22.000 mensen. Zij wonen op ongeveer op 1.800 meter, verspreid over 80 dorpen in de noordelijke provincies rond de steden Chiang Mai en Chiang Rai. Hun oorspronkelijke woongebied is het oosten van Tibet. De stam bestaat uit landbouwers en verdienen ook goed met de opiumteelt. Veel Lisu zijn overgestapt op de het maken en verkopen van handwerk. De Lisu maken hun kleren uit vrolijk gekleurde stoffen, die ze nog eens extra versieren met talloze, eveneens bont gekleurde, reepjes stof. Lisu-mannen maken muziekinstrumenten, vogel- en wildvallen en andere voorwerpen van hout, bamboe en rotan.
Khamustam
De Khamustam behoort tot de kleinere bergstammen. Ze leven langs de Thais-Laotiaanse grens. Hun aantal wordt geschat tussen 7.000 en 10.000. Hun thuisland is Laos. Ze kwam naar Thailand om te werken in de bosbouw maar na afloop van de contracten kozen ze er voor om in Thailand te blijven wonen. Deze stam wonen in de provincies Nan, Lampang en Kanchanaburi vinden. Ze leven van de landbouw, aangevuld met jagen, vissen en handel.
Hmong / Meo
De Meo (Hmong) leefden ooit in de bergen van China en Laos. De groep in Thailand telt ongeveer 60.000 leden. Zij wonen in 148 dorpen. De Hmongdorpen worden op grote hoogte, onder de top van een beschermende berg, gebouwd. Al zeer lang houden de Hmong zich grotendeels in leven door de verbouw van papaver voor opium. Langzaam (onder druk van de Thaise regering) proberen ze de opiumteelt de rug toe te keren en leggen ze zich steeds meer toe op het promoten en de verkoop van hun schitterend en vakkundig naaiwerk als aanvulling op het inkomen. De kleding van de Hmong zijn rijkelijk versierd met schitterend borduurwerk en zilveren sieraden.
Yao / Mien
De Yao/Mien telt enkele miljoenen leden. Ze wonen verspreid over het bergland van Zuidoost-Azië. In Noordoost-Thailand wonen er ongeveer 55.000 Yao in meer dan honderd dorpen. Ze beschouwen zichzelf als de adel onder de bergstammen. Ze komen oorspronkelijk uit Midden-China. De Yao zijn de enige bergstam met een geschreven taal. Yao-dorpen bevinden zich meestal op de lagere heuvels. Generaties lang is de economie van de Yao gebaseerd op het verbouwen en verhandelen van opium. Opiumverslaving onder de Yao zelf komt echter zelden voor. De kleding bestaat uit een lange zwarte jas die wordt afgezet met wollen scharlaken (rode) revers, met daaronder een ruimvallende broek met ingewikkelde patronen. Op het hoofd een met borduurwerk versierde zwarte tulband.
Akha
De Akha zijn een van Tibeto-Birmaanse oorsprong en zijn met ongeveer 50.000 leden. Ze leven op vrij grote hoogte in de noordelijke provincies. De grootste concentratie Akha-dropen ligt in Chiang Rai, gevolgd door Chiang Mai. In de kringen van de Thaise regering wordt deze stam als de meest primitieve groep beschouwd, want ze kunnen noch lezen noch schrijven. Hun dorpen zijn herkenbaar aan de prachtige uit hout gesneden toegangspoorten waarover door beschermheiligen (geesten) gewaakt wordt. De Akha vullen hun inkomen aan door het traditionele handwerk (kleren en gebruiksvoorwerpen) te verkopen aan toeristen. De vrouwen dragen brede broeken, een korte zwarte rok, daarop een wit met kralen versierd tasje en een los zwart jasje met geborduurde manchetten en revers. De zwarte mutsen zijn versierd met zilveren munten, zilveren schijfjes, oude munten, zilveren balletjes en kralenkettingen.
Lahu
De Lahu leven in de bergachtige gebieden van Noord-Thailand. Hun oorsprong ligt in de Tibetaanse hooglanden. Er leven nu ongeveer 25.000 Lahu in Thailand. Het is de 2e bergstam in Thailand. Lahu-huizen zijn gebouwd op hoge palen, met wanden van bamboe en planken. De daken zijn gedekt met gras. Lahu-vrouwen kunnen heel goed stoffen weven en stoffen maken van zeer fijne lapjesstof (ook voor jasjes) en opvallend borduurwerk.
Lawa / Lue
De Lawa of Lue wonen alleen in Thailand voor. De meeste Lawa wonen in het grensgebied met Myanmar. Ze zijn aanhanger van een mengvorm van boeddhisme, animisme en voorouderverering. De Lawa worden niet echt tot de bergstammen gerekend. De meeste Lawa gebruiken het Thai dan ook als hoofdtaal. Alleen op het Bo Luang plateau leven nog ongeveer afgezonderde 14.000 Lawa. Zij leven volgens de eigen oude tradities. Hun economie is gebaseerd op landbouw voor eigen gebruik en bestaat voornamelijk uit rijstbouw volgens het wisselsysteem (wisselbouw). Ongetrouwde Lawa meisjes dragen wijde witte bloezen afgezet met roze kanten en strakke rokken met evenwijdige stroken in blauw, zwart, geel en roze. Om hun nek dragen ze opvallende oranje en gele kralen halssnoeren. Na het huwelijk wordt deze kleurrijke outfit vervangen door een wat soberder, lange licht geelbruine jurk, maar de kralen halssnoeren blijven. De vrouwen dragen hun haar geknoopt in een tulband.
Karen
De Karen is veruit de grootste bergstam van Noord-Thailand. De 210.000 Karen wonen her en der langs de grens met Myanmar zowel in de laagvlaktes als in de bergen Hun woongebied strekt zich ook uit tot ver in Centraal-Thailand. De verschillende groepen binnen deze volksstam onderscheiden zich van elkaar door de kleur van de vrouwenkleren, het dialect en de godsdienst. Karen leven in paalwoningen van bamboe. Hieronder scharrelen hun huisdieren, zoals varkens, kippen en buffels. De Berg-Karen beoefenen ruillandbouw; de Laagvlakte-Karen houden zich grotendeels bezig met de verbouw van rijst. Karen-vrouwen staan bekend om hun weefkunst en vaardigheid op het weefgetouw.
Mlabris
De Mlabris leven in Noord-Thailand en is de meest geïsoleerd levende bergstam. De stam bestaat uit honderden nomadische jagers. Ze werden pas enkele decennia geleden ontdekt. 'Mlabri' betekent letterlijk 'mensen uit het woud'. Deze stam wordt door de Thai 'Phi Tong Luang' genoemd, of wel 'de geesten van de gele bladeren'. De stamleden zijn verzamelaars en jagers die leven in zeer klein gezinsverband. Door de houtkap en ontginning van grond voor de landbouw is hun natuurlijk leefgebied (de jungle) ernstig aangetast. Het is voor de Mlabri bijna onmogelijk geworden om hun bestaan als nomadische verzamelaars en jagers te handhaven. Het is noodzakelijk om als landarbeider te werken voor andere bergstammen in ruil voor eten en (oude) kleding. De toekomst van deze stam is onzeker.
Palong
De Palong leven in het dicht beboste berggebied in het noorden langs de grens met Birma. Op dit moment bedraagt hun aantal ongeveer 60.000 leden. De Palong zijn verwant aan de Karen. De Palong zijn te herkennen aan de opvallende klederdracht van de vrouwen en bestaat uit rode gewaden (sarongs) met daarop een blauw jasje met rode kraag en om het middel een brede zilveren band.
Longnecks
De zogenaamde giraf-vrouwen of long-necks worden tegenwoordig meer gezien als een toeristische attractie en worden in die zin vaak uitgebuit. Het toerisme is hun enige bron van inkomsten, omdat ze als vluchtelingen geen recht hebben om landbouwactiviteiten te ontplooien. Zowel mannen als vrouwen versieren hun tanden met goud.
Thins
De Thins zijn één van de langst aanwezige bergstammen in Thailand. Er leven ongeveer 28.000 Thins in Noord-Thailand. Hun huizen zijn gebouwd op palen en hebben bamboe vloeren en wanden. De Thins praktiseren ruillandbouw. Zij verbouwen plak- of kleefrijst, het hoofdvoedsel van de Thai in Noord-Thailand.
De Thaise taal
De officiële taal is het Thai. Dit is de moedertaal van ongeveer 80% van de bevolking.
U zegt sawadee bij begroeting en afscheid.
Mannelijke sprekers voegen daar 'khrap' aan toe, vrouwelijke 'kha'.
Buiten Bangkok zijn Thai vaak niet gewend om bezoekers een hand te geven maar begroeten elkaar met de Wai.
Begroeting
De wijze van groeten, de Wai, is een traditioneel gebaar, dat wordt gemaakt door de handpalmen tegen elkaar te plaatsen en ze naar het gezicht te brengen, terwijl men het hoofd licht voorover buigt. Als toerist zal niemand het u echter kwalijk nemen als u gewoon een hand geeft, maar het maken van een Wai zal, omdat de Thai het vaak niet verwacht van een buitenlander, zeer gewaardeerd worden.
Hoe hoger de persoon in aanzien staat die u begroet, hoe hoger de wai moet zijn.
- De normale beleefdheidswai, is de wai waarbij de duimen van de gevouwen handen zich direct boven het hart bevinden van degene die wait. Daarnaast zijn er de wais met de duimtoppen ter hoogte van de kin tot aan de neuswortel, en alle gradaties daartussenin.
- De hoogste wai is voor de koning en voor Boeddha: hierbij de bovenkant van de duimen bevindt zich op uw voorhoofd. De hoger geplaatste wait nooit terug.
- Monniken vallen buiten dit geheel, zij waien nooit naar andere mensen, alleen naar Boeddha.
- De lagere in rang wait de hogere. En de jongere wait de oudere. Naast het waien buigt u ook uw hoofd naar beneden.
Klimaat
Er zijn 3 seizoenen in Thailand:
- Het hitteseizoen is tussen maart en mei. In deze maanden kan de temperatuur oplopen tot ver boven de 40 graden.
- Het regenseizoen begint in mei en eindigt begin oktober. De meeste regen valt in augustus tot eind september. Het regenseizoen is onvoorspelbaar. Het kan kort en hevig regenen, maar het kan ook dagen achter elkaar regenen.
- Het droge seizoen is het overgangsseizoen. Het droge seizoen is bij de bevolking bekend als het winterseizoen. Het droge seizoen begint in november en eindigt in december. In de meeste plaatsen is het overdag boven de 25 graden. De avonden kunnen vrij koel zijn.
De gemiddelde temperatuur in Thailand is 26 tot 28 graden Celsius.
Beste reistijd voor Thailand
De beste reistijd voor Thailand is voor iedereen verschillend.
Elk seizoen heeft zijn voor- en nadelen. De drukste (toeristen)periodes zijn in februari, maart, augustus, november en december.
Religie
Boeddhisme is de belangrijkste religie voor Thailand. Ongeveer 94% van de bevolking hangt deze religie aan. Het boeddhisme is echter geen godsdienst, maar een filosofisch stelsel en een levenshouding. Er zijn geen goden. Het boeddhisme kent wel monniken, maar geen kerkelijke organisatie.
Eten & drinken
Het Thaise eten is zeer gevarieerd. Er worden veel smaken en kruiden toegevoegd aan de gerechten. Het eten in Thailand staat bekend als één van de meest smaakvolste ter wereld. Bekende ingrediënten zijn groente, vis en rijst. Thailand is de op een na grootste rijstexporteur ter wereld.
De gerechten in Thailand zijn gebaseerd op rijst met veel verse groenten en kruiden. De rijst wordt vaak gecombineerd met verse groente, vlees en vis. In de Thaise keuken zijn vier smaken te onderscheiden: zuur, bitter, zout en zoet. Een paar kenmerkende ingrediënten zijn: citroengras, basilicum, koriander, laos, Spaanse peper, knoflook, limoensap, kokosmelk en gefermenteerde vissaus.
Bent u vegetariër. Geen probleem in Thailand. In de restaurants is keuze uit verschillende verse gerechten. Als u geen vegetarische gerechten op de menukaart kunt vinden, betekent dit niet dat ze er niet zijn. Vraag er naar in het restaurant of in uw hotel.
Thailand is redelijk goed ingesteld op toeristen en er is genoeg Westers eten te krijgen. Probeer om de lokale gerechten te eten. Het lokale eten is echt heerlijk. U kunt ze vinden bij de kleine eetkraampjes op straat (ik zelf ben altijd huiverig voor eten dat op straat verkocht wordt, want hoelang ligt dit eten er al en hoe lang is bijv. de vis of het vlees al bewaard en hoe is dit bewaard). Deze kleine eetstalletjes waar street food verkocht wordt, worden ook wel ‘food stalls’ genoemd.
Mocht u het Thaise eten voor een middag of avond zat zijn, in de grote steden zijn ook genoeg restaurants te vinden die westerse maaltijden serveren.
Bekende Thaise gerechten
- Rijst: rijst wordt het meest gegeten in Thailand. De rijst wordt gestoomd, voor sommige specialiteiten wordt kleefrijst (kao niao) gebruikt.
- Noedels: noedels zijn er in verschillende varianten, zoals Phat Thai: noedels, ei, tofu en lente-uitjes met gemalen pinda’s en kleine gedroogde garnalen. Een ander soort noedels is Ba-mee, dit zijn noedels gemaakte van ei en bloem of kway tiaw, gemaakt met rijstmeel of ba mii, eiernoedels.
- Thaise curry (kaeng): Thaise curry is een bekend gerecht dat bestaat uit een mix van mix van kruiden, specerijen, knoflook, sjalot en gemalen pepers. De curry komt oorspronkelijk uit India. Curries die niet gemaakt worden met kokosnotenroom zijn minder zoet en dunner. Andere curries zijn bijv. kaeng karii en kaeng matsaman (met aardappels, pinda’s en meestal rundvlees), kaeng khiaw wan en kaeng Phet en kaeng phanaeng.
- Salade (yam): salades zijn er in vele variaties, in combinatie met noedels, vlees, vis of groenten. De basis van elke salade is een scheutje limoensap en een beetje peper.
- Wok (pat): Wokken / roerbakken komt oorspronkelijk uit China. Elk wokgerecht bevat groente, vis en vlees.
- Fruit: Fruit is overal te koop en er is een ruime keuze: banaan, mango, papaja, mangosteen (ronde, purperen vrucht met sappig zoetzuur smakend wit vruchtvlees), custardappel, pomelo, doerian (stinkt), jackfruit, ramboetan (roodbehaarde vrucht met een grote pit en sappig vruchtvlees) en kokosnoot.
Drinken in Thailand
De Thaise bevolking drinkt vooral thee. Koffie wordt ook veel gedronken. Thee (cha ron) en koffie (gafe, meestal Nescafé) is bijna overal verkrijgbaar. Vaak worden ze ook opgediend met ijs, als ijsthee of ijskoffie. Frisdrankjes zijn ook overal te koop. Overal in Thailand zijn vruchtensappen te koop gemaakt van de lokale fruitsoorten.
- Alcohol
De twee meest bekende biertjes (bia) in Thailand zijn Singha en Chang. Toeristen kiezen vaak voor Singha’s of Leo. Buitenlandse bieren, zoals Heineken en Carlsberg, zijn ook verkrijgbaar, maar zijn duurder dan de Thaise bieren. In de meeste toeristische gebieden zijn geïmporteerde flessen wijn uit de hele wereld te koop. - Kraanwater
Kraanwater in Thailand is niet drinkbaar! U kunt hier buikgriep en diarree van krijgen. Op straat en in winkels kunt u flessen water kopen.
Let er op dat de plastic flessen nog dicht zitten als u ze koopt en dat ze niet opnieuw gevuld zijn!
Plastic flessen met drinkwater worden door heel Thailand verkocht. Gooi ze in de daarvoor bestemde afvalbakken en niet op straat of op het strand.
Het eten in Thailand is aroi aroi (heerlijk).
Praktische informatie
Belangrijke adressen
Thaise ambassade in Nederland
Ambassade van Thailand
Laan Copes van Cattenburch 123
2585 EZ Den Haag
Telefoon: 0031 70 3450766
E-mail:
Website
Nederlandse Ambassade in Thailand
15 Soi Tonson, Ploenchit Road
Lumpini, Pathumwan
Bangkok 10330
Thailand
Telefoon: 0066 2 309 5200
E-mail:
Website
Accommodatie in Thailand
Via Booking.com kunt u veel accommodaties in alle prijsklassen boeken. Via onderstaand zoekveld kunt u uw gewenste plaats, evt. het gewenste hotel en de datum invullen.
Booking.com
Vliegen naar en binnen Thailand
Bangkok is de grootste en populairste luchthaven van Thailand. Deze luchthaven wordt ook veel gebruikt als hub voor de rest van Azië. Vanuit Nederland worden via de KLM en Eva Air rechtstreekse vluchten aangeboden.
Thailand is een goedkope bestemming. Binnenlandse vluchten zijn niet duur. In plaats van de nachttrein naar Chiang Mai (in het noorden) nemen, kunt u ook een vlucht naar Chiang Mai boeken. Vanuit Bangkok vertrekken veel binnenlandse vluchten vanaf het ‘kleinere’ Don Muang Airport.
Uw vlucht kunt u bijv. boeken via Skyscanner.
Lees meer: Vliegen naar Thailand
Elektriciteit
In Thailand is de voltage 220 Volt. U hebt een wereldstekker nodig om uw batterijen van camera’s, tablets en telefoons op te laden.
Geldzaken
De Thaise Baht (THB) is de nationale munteenheid. Er zijn bankbiljetten van 10 Baht (bruin), 20 Baht (groen), 50 Baht (blauw), 100 Baht (rood), 500 Baht (paars) en 1000 Baht (grijs). Verder zijn er munten van 1, 2, 5 en 10 Baht. De Baht is onderverdeeld in 100 satang, met koperen muntjes van 25 en 50 Satang.
Het is niet nodig om Thais geld in Nederland aan te schaffen. In Thailand kunt u bij pinautomaten geld opnemen met uw bankpas of creditcard.
In Thailand zijn de pinautomaten bekend als 'ATM's'. Deze ATM’s vindt u vrijwel overal, zoals op het vliegveld, bij banken, warenhuizen of supermarkten.
Vergeet voordat u vertrekt niet bij uw bank uw pinpas te activeren voor pinnen buiten Europa; deze functie staat bij de meeste banken standaard uitgeschakeld.
Per opname betaalt u transactiekosten aan de gastbank in Thailand; meestal is dit 180 baht per transactie. Veel Nederlandse banken rekenen daarnaast ook nog eens extra kosten per opname, dit verschilt per bank.
Gezondheid en inentingen
- Er is voor een bezoek aan Thailand geen enkele vaccinatie verplicht. Vaccinatie tegen gele koorts is voor Thailand alleen verplicht als u in de zeven dagen voordat u Thailand binnenkomt in een gele koorts land bent geweest.
- Voor Thailand worden vaccinatie tegen DTP (Difterie, Tetanus en Polio) en vaccinatie tegen hepatitis A (besmettelijke geelzucht) wel aangeraden.
- Bedek uw lichaam 's avonds zo goed mogelijk en smeer alle overblijvende blote plekken goed in met een muggenwerend middel (muggenmelk), bij voorkeur een middel waar een hoge concentratie DEET in zit.
- Het meest voorkomende probleem bij reizigers in Thailand zijn darmklachten. Neem een voorraadje diarreeremmers mee.
- Bij veel vocht- en zoutverlies kunt u ORS gebruiken.
- In Thailand komt vooral in een smal gebied langs de grenzen met Myanmar, Laos en Cambodja, malaria voor. In andere delen van Thailand is het risico op malaria zo klein dat u er geen malariapillen hoeft te slikken.
- Het kraanwater is in Thailand NIET drinkbaar, daarvoor koopt u flessen water. Deze gebruikt u ook om uw tanden mee te poetsen.
Grensdocumenten
Nederlanders moeten bij aankomst in Thailand in het bezit zijn van een geldig paspoort, dat bij vertrek uit Thailand nog tenminste zes maanden geldig is. Bij een verblijf van maximaal 30 dagen hoeft u geen visum aan te vragen. Iedereen die Thailand binnenkomt, dient bij aankomst een ingevulde arrival/departure card te overleggen. Deze krijgt u in het vliegtuig.
Tijdsverschil
Het is in Thailand 6 uur later dan in Nederland. Tijdens onze zomertijd is het verschil 5 uur.
Dit artikel bevat affiliate links. Wat een affiliate link inhoudt, vertel ik u in het artikel Disclaimer.
Volg JTravel op Facebook, Instagram, Twitter, Mastodon, Pinterest, Bloglovin' en YouTube.
Bewaar op Pinterest
Reacties mogelijk gemaakt door CComment